Resultaten

Wat doen we, als de gezondheidszorg overbelast raakt? En wat, als de zorg zélf direct wordt geraakt door bijvoorbeeld een stroomstoring of overstroming? In deze scopingsessie probeerden we te bepalen welke dilemma’s er dan ontstaan en wat er georganiseerd moet worden.

Inzichten uit deze sessie

  • De gezondheidszorgketen is nu nauwelijks voorbereid op een grote crisis, zoals bijvoorbeeld een landelijke stroomuitval of een grote overstroming. Als het zover komt, worden veel zaken ad hoc opgelost waardoor de zorgcontinuïteit niet kan worden gegarandeerd
  • Weerbaarheid en veerkracht ontstaat als we ons voorbereiden in de koude fase – in vaardigheden, met voorraden (onder meer medische voorraden, voedsel) en genoeg medisch personeel. Maar ook de bestuurlijke afspraken van gemeente, regio tot Rijk dienen voorafgaand vastgelegd te worden. Hierbij gaat het om de weerbaarheid van de individuele zorgpartners, maar ook die van de zorgketen als geheel. De kennis hiervoor kan onderling worden gedeeld.

 

Kansen

Planvorming en voorbereiding

  • Het vooraf uitdenken, uitwerken en uitbreiden van (bestaande) crisisplanvorming, zoals crisisplannen en evacuatieplannen, kan helpen bij het gedegen voorbereiden op systeemontwrichtende en langdurige crisis en rampen.
  • Voor een aantal acute zorginstellingen is al gedeeltelijk in kaart gebracht welk risico op overstromingen zijlopen (link opnemen ). Scenario specifieke planvorming is ook wenselijk om uit te breiden naar de non-acute zorgsector (o.a. verpleeghuiszorg en geestelijke gezondheidszorg).
  • Naast de individuele voorbereiding op crisis en rampen is het van belang om de planvorming gezamenlijk binnen de keten vorm te geven. Dit draagt bij aan kwalitatieve, complementaire planvorming die praktisch toepasbaar is binnen het bestaande zorgnetwerk.

 

Wet- en regelgeving

  • Flexibele inzet vraagt soms om noodmaatregelen op vlak van kwaliteitseisen en toetsingskaders binnen de zorg.  Deze noodmaatregelen (o.a. noodwetgeving, basisnoodzorg en 'passende zorg') regelen dat bestaande wettelijke normen tijdens crises (deels) niet gelden. Het is een optie om hiervoor de zorgkwaliteit in te delen in goud, zilver, brons. Goud is het kwaliteitsniveau zonder crisis, brons het maximaal haalbare tijdens een crisis. Daarbij moet bestuurlijk worden vastgelegd wie hiervoor de beslissing neemt. Het is van belang dit juist nu, samen te doen in plaats van tijdens een ontstane crisis. Hierbij kunnen we leren vanuit de COVID-19 crisis.

 

Samenwerking en leren van elkaar

  • Lokale netwerken zijn in de extreemste situatie vaak heel inventief en samenwerkingsgericht. Dit maakt hen weerbaar en veerkrachtig. Denk aan boeren die elkaar helpen, mensen die boten beschikbaar stellen enzovoort. Zo kan het bedrijfsleven mogelijk bijdragen aan de zorgcontinuïteit wanneer middelen en mensen tekortschieten.
  • Lessen uit eerdere crises, zoals de grootschalige vluchtelingenstroom uit Oekraïne, de Mexicaanse griep maar ook en de Covid-19 periode helpen ons. Denk bijvoorbeeld aan het voortijdig maken van afspraken over quarantaine, noodopvang, triage en schaarsteverdeling. Daarnaast kunnen we leren van recente ervaringen met bijvoorbeeld stroomuitval in andere landen (Spanje, Portugal).

 

Belemmeringen

Inhoudelijke context

  • Er kunnen bij grote crises talloze secundaire problemen ontstaan, die ook indirect invloed hebben op de zorgkwaliteit- en continuïteit. Een van de oorzaken is de huidige 'just-in-time' economie, waarin voorraden niet meer voldoende aanwezig zijn.  Zoals bijvoorbeeld voedsel en zuurstof-distributie, toegang tot communicatiemiddelen en het stilvallen van vervoersmogelijkheden.

 

Wet- en regelgeving

  • Zorgverleners moeten in een situatie waarbij wordt afgeweken van het gebruikelijke zorgniveau zoals vastgelegd in de geldende wet- en regelgeving (o.a. Wkkgz) wettelijke flexibiliteit kennen om hun werkzaamheden te kunnen continueren.  Bijvoorbeeld een verpleegkundige die ondersteuning biedt in een noodveldhospitaal bij een massale gewondenstroom, waardoor de huidige kwaliteitseisen niet haalbaar zijn.

 

Dilemma’s

  • Hoe lopen de bestuurlijke lijnen ten tijde van systeemontwrichtende en langdurige rampen en crises? Wie is er verantwoordelijk en waarvoor?
  • Hoe dragen we landelijk zorg voor een flexibel en complementair gedragen samenwerkingsmodel binnen de gezondheidszorgketen?
    • Op dit moment is Nederland nog onvoldoende voorbereid op langdurige en systeemontwrichtende crises en rampen. Tijdige preparatie in de koude fase is essentieel. Geen individuele preparatie maar samen met elkaar: van gemeente, regio tot Rijk. Complementair aan bestaande lokale en regionale crisisplanvorming.
  • Hoe bepalen we de prioritering, distributie van middelen/voorzieningen en triage van patiëntenzorg bij schaarste-, cascade- en verdringingseffecten?  En wie is hiervoor verantwoordelijk?
  • Hoe bepalen we een nationaal richtinggevend kader en welke bovenregionale, bestuurlijke afspraken kunnen we hiervoor maken?
  • Wat verstaan we onder 'passende zorg' en basisnoodzorg? Welke patiënten hebben prioriteit?
Cookie-instellingen