Deelsessies

Welzijn in vier persona’s

Welzijn draait om de veerkracht en het herstel van mensen, tijdens én na een grote crisis. Dit is deels een subjectief begrip, het hangt af van de persoon en het scenario. Deels bestaan er generieke kwetsbaarheden.

In de deelsessies probeerden we die in beeld te krijgen. Het scenario stond vast: een maatschappij-ontwrichtende crisis, zoals een langdurige stroomuitval of overstroming. Deze vragen stonden bij alle persona’s centraal:

  • Wat heeft deze persona nodig om veerkrachtig te zijn?
  • Welke dilemma’s en belemmeringen spelen er?
  • Wat kunnen we aan capabilities (handen, hersenen, hulpmiddelen) bijdragen?

 

Persona 1: Kees (80 jaar)

  • Woont alleen, leeft van AOW in een slecht onderhouden huurhuis
  • Weinig contact met zoon en dochter (wonen allebei het buitenland), daarnaast geen sociaal netwerk
  • Twee keer per dag komt de thuiszorg
  • Slechte algehele gezondheid, veel medicatie nodig, slecht ter been, niet mobiel

Wat zijn de dilemma’s?

  • Er zijn veel instanties die kunnen helpen: de gemeente, de woningbouwstichting, het eigen sociaal netwerk, de GGD, de thuiszorg. Maar iemand moet Kees tijdens de crisis in beeld krijgen. Hervatting van zijn bestaande zorg (medicatie, thuishulp) is nodig, evenals informatie en handelingsperspectief.
  • In de ideale situatie is er een sterk sociaal netwerk: buren, wijkteam, familie. Maar is dat er? Na zo’n ramp? Het moet zich op de een of andere manier zelf formeren. Ook de gemeente moet een rol hebben.

Welke oplossing zou helpen?

Een éénloketfunctie (een hulplijn die in een crisis bereikbaar is) zou een enorm verschil maken. Zo kunnen mensen als Kees altijd hetzelfde nummer bellen als ze iets nodig hebben. Dit staat of valt uiteraard met een snelle inzet van alle partners.

 

Persona 2: Faja en Mohamed (32 en 36 jaar), 4 kinderen (2, 6, 8, 10 jaar)

  • Gevlucht uit Syrië in 2016
  • Wonen in een slecht onderhouden huurhuis
  • Mohamed werkt als buschauffeur en spreekt goed Nederlands. Faja is huisvrouw en spreekt geen Nederlands.
  • De oudste 3 kinderen gaan naar school, de jongste is thuis

Wat zijn de dilemma’s?

In de sessie blijkt dat het lastig is om te begrijpen wat op welk moment nodig is. Het moment is bijvoorbeeld bepalend. Hebben we het over een maand na de crisis of een paar dagen? En bij wie kunnen ze bovendien terecht? Stel dat de kelder is ondergelopen na een grote overstroming – wie kan hen dan helpen? Weten ze de juiste kanalen te vinden? Bij wie zouden ze normaal steun vragen?

Ook is er discussie binnen de deelnemers. Sommigen stellen dat veel zaken goed door de overheid zijn geregeld. Anderen zien daarentegen juist diverse potentiële problemen.

Nodig zijn informatie / communicatie (meertalig en cultuursensitief), basisbehoeften (bad, bed, brood), schadeherstel (fysiek en financieel), maatschappelijke ondersteuning, eventueel onderwijs.

Welke oplossing zou helpen?

De consensus: we hoeven niet alles te organiseren, veel hulp is al beschikbaar (ook als burgerinitiatief) en het is zinvol om te concentreren op de meest dringende zaken. Gemeenschapszin en burgerinitiatieven bieden kansen. Als voorbeeld van burgerinitiatieven wordt het handboek burgerhulpverlening van de veiligheidsregio Groningen genoemd. Er zijn veel instanties die kunnen helpen: van verzekeraar via media tot buurtouders, van gemeenten via huisartsen tot scholengemeenschappen. Wel moet duidelijkheid worden gecreëerd over rollen en verantwoordelijkheden.

 

Persona 3: Jeremy (26 jaar)

  • Heeft geen baan en ook geen vaste verblijfplaats en woont soms in vervuilde kraakpanden
  • Is verslaafd aan alcohol en heroïne en heeft regelmatig last van psychoses
  • Probeert met hulp van maatschappelijk werk zijn leven weer op te bouwen

 

Wat zijn de dilemma’s?

De belangrijkste vragen zijn: wat is de consequentie van de crisis voor deze persoon? Wordt zijn bestaande problematiek verergerd door de crisis? En wat zijn de risicofactoren hierop? Welke problemen had hij vooraf al, welke krijgt hij ‘erbij’? Wie heeft hem in beeld?

Ook hier is niet duidelijk welke instanties of mensen de noodzakelijke hulp verlenen. Dit moet eigenlijk op voorhand al zijn ingeregeld. Deels gebeurt dit via GGD en GGZ. Vermoedelijk is deze persoon ook al onder behandeling bij GGZ, dus hopelijk legt de behandelaar contact met hem. Maar de vraag is of de GGZ dat kan, tijdens een grote landelijke crisis.

Welke oplossing zou helpen?

  • De oplossing van een ‘crisisloket’ wordt wederom aangedragen. Als er één centrale hulplijn is die voor mensen als Jeremy bereikbaar is, maakt dat een groot verschil.
  • Daarnaast is het zinvol om pragmatisch te denken. De crisis kan ook een kans voor Jeremy zijn. Zingeving (een rol of baan, een dak boven het hoofd) helpt hem immers enorm. Mits zijn gesteldheid het toestaat, kunnen we hem vragen of hij wil helpen in de aanpak van de crisis. Er zijn immers heel veel ‘handjes’ nodig, er is ongetwijfeld genoeg werk waarbij zijn hulp dankbaar zou worden aangenomen. Citaat van de sessie: “We hebben bijvoorbeeld mensen nodig die waterpompen naar overstroomde gebieden dragen.”

 

Persona 4: Els en Wim (58 en 60 jaar)

 

  • Hebben allebei een goede baan, Wim werkt veel in het buitenland
  • Wonen in een verduurzaamd, gasloos, koophuis
  • Kinderen en kleinkinderen wonen in de buurt, stevig sociaal netwerk
  • Passen 2 keer per week op de kleinkinderen
  • Els heeft beginnende dementie

 

Wat zijn de dilemma’s?

In de sessie concluderen de deelnemers dat Els en Wim waarschijnlijk veel zaken al zelf kunnen regelen. Ze zijn behoorlijk zelfredzaam. Ze staan tijdens een crisis niet boven aan de prioriteitenlijst. Dat betekent niet dat ze ‘vergeten’ mogen worden, ze verdienen ook aandacht. De overheid moet hun zelfredzaamheid en andere burgerinitiatieven faciliteren op bestaande, werkende structuren. Ook moeten we ervoor zorgen dat de infrastructuur om hen heen weer snel op orde is. Daarmee hebben we een hele grote groep Nederlanders al geholpen.

Welke oplossing zou helpen?

  • Er is wederom één loketfunctie nodig, waar deze bevolkingsgroep informatie kan krijgen of hulp kan vragen. Dat is vooral belangrijk als bijvoorbeeld de stroom is uitgevallen en zij niemand kunnen bellen.
  • Mensen  als Els en Wim kunnen ook worden ingezet worden om anderen te helpen. Het is zinvol om te kijken hoe we deze bevolkingsgroep hierop kunnen wijzen (sensibiliseren).
Cookie-instellingen