Het betreft een robuuste hoofdstructuur van 1.000 hoofdsteunpunten, die aangevuld wordt met 3.600 lokale noodsteunpunten in de gemeenten. Hierbij stelt het Veiligheidsberaad een gefaseerde aanpak voor, waarbij een begin gemaakt wordt met het inrichten van de hoofdstructuur, terwijl veiligheidsregio’s en gemeenten al meteen samen het gesprek voeren over de invulling van de lokale steunpunten. Het is aan het Rijk om hiervoor middelen vrij te maken zodat dit verder vorm kan krijgen.