"ICA is een coalition of the willing. Samen met de overheid willen we voorbereid zijn voor actie tijdens civiele en militaire crises met een focus op grondgebonden infra- en bouwoplossingen voor, tijdens en na een crisis."
Hoe ben je op dit idee gekomen?
“Het is inmiddels helder dat we moeten veranderen van ‘just in time’ naar een ‘just in case’ model en dan denken we automatisch dat we voorraden moeten gaan aanhouden op basis van crisisscenario’s. Uit die landelijke scenario’s komt naar verwachting een enorme lijst aan requirements: nood-bruggen, aggregaten, watersystemen, opvang… Noem maar op. Maar moet je dat als overheid zelf doen? Mijn idee is dat je geen voorraden hoeft aan te leggen voor iets wat in bezit is van (verhuur)bedrijven, en wat je kan losweken uit commerciële contracten. Het houden van voorraden kost de overheid namelijk kapitalen, personeel (wat er niet is) en de afschrijving gaat ook heel hard. Het is niet efficiënt. Zou je dat op een slimme manier kunnen regelen door publiek-private samenwerking? Zo maak je ook gebruik van de expertise van bedrijven. Het daagt de overheid uit om niet te vragen om het product maar om een effect. Voorbeeld: tijdens corona belde de overheid dat ze tenten nodig hadden, maar de echt vraag was ‘wij moeten honderdduizenden mensen vaccineren’. Een evenementensector zou daar bijvoorbeeld zoveel in kunnen betekenen met advies en oplossingen. Maar die werden toen vaak buiten de deur gehouden. Ik vroeg me af hoe we dat zouden kunnen veranderen bij crises in de toekomst.”
Waarom werden bedrijven buiten de deur gehouden tijdens corona denk je?
“Er is nu eenmaal angst om met bedrijven samen te werken. “Tijdens een crisis worden prijzen opgedreven en worden er woekerwinsten gemaakt.” Zo wordt er vaak gedacht. Bij ICA werkt dit juist andersom. Wij willen samenwerken met de overheid. De bedrijven binnen ICA zijn een coalition of the willing. Zij investeren in deze samenwerking omdat ze zich maatschappelijk verantwoordelijk voelen en begrijpen dat een grote landelijke of internationale crises hen ook raakt. Door nu samen te werken kunnen we hele heldere afspraken maken. Over gegarandeerde levering en over de eerlijke transparante prijs die daarvoor betaald wordt."
Hoe gaat dit dan in zijn werk?
"We creëren een juridisch en financieel kader waarbinnen de overheid en de ICA leden in co-creatie kunnen samenwerken tijdens de koude fase. De overheid bepaalt de scenario’s en behoefte en de ICA leden borgen de behoefte en garanderen de levering. Dit vereist een continue samenwerking volgens de Deming cycle van plan, do, check, act in de koude fase. En ICA leden moeten ervoor zorgen dat ze hun bezettingsgraad kunnen verlagen in samenspraak met hun commerciële klanten ten gunste van het landsbelang wanneer een crisis opdoemt. Hierdoor onstaan de benodigde voorraden op een efficiënte en effectieve manier die we nodig hebben in de warme fase. Je moet het zien als een verzekering die de overheid bij ICA afsluit.”
Hoe lukt jullie bedrijven het om levering te garanderen tijdens een crisis?
“ICA leden hebben over het algemeen altijd wel iets aan vrije voorraad en de optelling van de leden levert al een mooie startpositie op. De producten van bedrijven in de verhuur binnen de logistieke sector zitten in een zogenaamde verhuurcirkel: van vrije voorraad, voorraad in staging, op transport, op locatie en via retour-transport en onderhoud weer op de terugweg naar vrije voorraad. Op het moment dat er een crisis aankomt kunnen we de voorraad niet zo gemakkelijk bij klanten weghalen, maar over alle andere onderdelen van deze cirkel kunnen we in principe goede afspraken maken met onze klanten en er daardoor wel over beschikken.
Als infrabedrijven kunnen wij commerciële contracten sluiten met onze opdrachtgevers. We geven een korting op de huur als onze klant meedoet met deze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daar staat dus tegenover dat als het land in crisis komt, dat we die spullen weer terughalen. Wellicht in sommige gevallen van de locatie van een klant, maar vooral in een andere fase van het verhuurproces. Uiteraard willen onze klanten daar iets voor terug, bijvoorbeeld een korting of een alternatief. Als je de vrijgekomen spullen, personeel en kennis stapelt, dan creëren we een ongelofelijke potentie. En kunnen we nu met elkaar afspraken maken over wat de overheid voor die diensten en producten betaalt. In ruil daarvoor betaalt de overheid een verzekeringspremie om dit mogelijk te maken. Een hele heldere afspraak.”
Zijn er knelpunten?
“Het is een nieuwe manier van samenwerken en dat is voor iedereen natuurlijk even wennen. Nu betalen voor diensten en producten die je pas in crisissituaties nodig hebt voelt eerst even gek, maar bedenk dat je precies hetzelfde doet als je een opstalverzekering voor je huis afsluit. Dat doe je in tijden dat er geen crisis is. Dat werkt. Verder voorkomt het ook dat je bijvoorbeeld als veiligheidsregio allerlei contracten met individuele leveranciers moet onderhouden. Leveranciers van wie het maar de vraag is of ze precies dàt kunnen leveren wat tijdens een crisis wordt gevraagd. Individuele bedrijven kunnen in crisissituaties beperkt opschalen. Hoewel de overheid in contracten boeteclausules opneemt, bestaat er geen opkomstplicht. Tegelijkertijd staan bedrijven steeds vaker in het vizier van criminelen en statelijke actoren in het cyberdomein. Het is daarom de vraag of het verstandig is om als overheid te vertrouwen op individuele partijen. Binnen ICA kunnen we risico's spreiden en is er meer leveringszekerheid.
Een actueel knelpunt is dat veel relevante Nederlandse bedrijven ook internationaal opereren. In het geval van een ernstige crisis in Nederland is de kans groot dat omliggende landen met vergelijkbare problemen kampen. Als de Nederlandse overheid op dat moment geen afspraken heeft gemaakt of inzet garandeert, bestaat het risico dat essentiële capaciteiten van deze bedrijven snel worden ingezet in landen die wél tijdig en adequaat reageren.
Met ICA kunnen we garanties geven op basis van een enorm potentieel wat wij al puur Nederlandse bedrijven gewoon hebben. Het collectief van de spullen, de werknemers en kennis kun je inzetten als wapen tegen de effecten van een crisis. Ik ben ervan overtuigd dat we daar als land echt weerbaarder door worden.”
